Veel consumenten zweren bij de claim ‘biologisch’ of ‘organic’. Voor hen is dit het bewijs dat ze een goed, eerlijk product in handen hebben dat geproduceerd is zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest of genetisch gemodificeerde organismen. Consumenten beweren zelfs dat biologisch voedsel beter smaakt en dat het gezonder zou zijn, hetgeen nog nooit bewezen is. Het Skal-logo is voor hen de ultieme waarborg hiervoor.
Hoe anders is het bij veel foodproducenten. Die weten dat biologisch niet zaligmakend is en realiseren zich dat je met biologische landbouw veel meer landbouwgrond nodig hebt om evenveel opbrengst te realiseren. Die weten dat je met biologische landbouw het wereldvoedselprobleem dus niet oplost. En die weten dat de reguliere richtlijnen al zo strikt en goed zijn in Nederland, dat een Skal-certificaat vaak weinig toevoegt. Toch vragen velen van hen dit certificaat aan, omdat het nu eenmaal toegang verschaft tot een grote, snelgroeiende afzetmarkt.
Het is niet verwonderlijk dat de grootste biobeurs ter wereld in Duitsland plaatsvindt. Duitsland is de grootste markt voor biologische producten in Europa met 11,4% van de wereldwijde sales, gevolgd door Frankrijk met 7,3%. Kijkend naar de hoogste consumptiecijfers per capita dan zien we Denemarken bovenaan alle lijstjes prijken, gevolgd door de andere Scandinavische landen en Zwitserland. In Duitsland vind je diverse landelijke bio-ketens als Alnatura en Dennree, maar ook grote regionale spelers als Biocompany in en om Berlijn en Basic in met name Noordrijn-Westfalen. Ook het bio-aandeel in de reguliere supermarkten wordt steeds groter en dan niet alleen in de Edeka’s en Rewe’s, maar ook bij de discounters. Aldi koketteert zelfs met de slogan ‘jetzt noch größere Bio-auswahl!’ Er is nog een ander, interessant kanaal voor biologische foodproducten: het drogisterijkanaal. In de DM in Düsseldorf vonden we niet alleen biologische babyvoeding, maar ook vruchtensappen, koekjes, chips, pasta en pastasauzen.
Voorlopig gaat de groei van biologisch nog wel door. Totdat we ons realiseren dat het niet veel extra’s meer toevoegt en past binnen het brede kader van verantwoord en duurzaam ondernemen. De donkergroene aanhangers zullen vanuit overtuiging in het alternatieve kanaal blijven kopen. Maar zolang er letterlijk nog geitenwollensokken in deze biowinkels verkocht worden, zal het ook veel ‘lichtgroenere’ aanhangers richting andere kanalen jagen. En dankzij deze laatste groep is biologisch steeds meer gemeengoed aan het worden.